NATUURLEXICON


Holopyga generosa


De knikadergoudwesp Holopyga generosa is een fors gebouwde wesp met een lengte van 7 tot 9 mm. De kop is opvallend breed met breed uitstaande slapen. De kop en het borststuk zijn blauwviolet gekleurd, waarbij soms ook wat groen zichtbaar is. Het achterlijf is metaalglanzend rood. Mannetje en vrouwtje zijn gelijk gekleurd.

Deze zeldzame wesp vliegt van begin juni tot augustus op zandige terreinen. De mannetjes zitten graag op zonbeschenen bladeren van struiken en bomen.   

Deze wesp parasiteert bij graafwespen. Het vrouwtje van deze wesp legt geen ei in het nest van de gastheerwesp maar parasiteert een groot aantal prooien in het veld. De prooien zijn vooral schildwantsen. Deze worden vervolgens door een graafwesp gevangen en verlamd. De graafwesp brengt vervolgens de prooi, met het ei van de goudwesp, naar het nest. De Holopyga-vrouwtjes weten welke prooien reeds een ei ontvingen en welke niet.

Een bekende gastheerwesp is de Grote Schildwantsendoder Astata boops. Deze wesp heeft als prooien nimfen van schildwantsen zoals de Groene Stinkwants Palomena prasina, een wants die vaak op Smalle Weegbree Plantago lanceolata en Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris te vinden is. Een goudwesplarve heeft minstens 3 wantsen (derde- of vierdestadiumnimfen) nodig om zich te ontwikkelen.

Men vermoedt dat deze wesp ook parasiteert bij de knoopwesp Cerceris sabulosa, die bijen als prooi kiest.



Home