NATUURLEXICON

Hondenlintworm

Echinococcus granulosis   

De Hondenlintworm Echinococcus granulosis is een lintworm die in de darmen van honden, schapen, geiten, varkens en runderen kan voorkomen. Honden raken besmet door het eten van slachtafval van bijvoorbeeld runderen, schapen, varkens of geiten, die de tussengastheer zijn van deze lintworm. De mensen raken besmet door besmette grond, of door contact met de ontlasting van een besmette hond. De eitjes komen uit en de larven trekken door het lichaam en komen meestal in de lever terecht. Daar vormen ze een grote cyste (=holte), die de tussenvorm van de lintworm is. Normaal gezien veroorzaken de blaaswormen van de Hondenlintworm geen problemen. Maar dit is afhankelijk van de grootte en de plaats van de blaas en de groeisnelheid (ongeveer 1 cm in diameter per jaar). De onzichtbare kleine eitjes van de Hondenlintworm vormen blaaswormen in de organen van de mens, zoals de lever of longen en de blaas.

Door de beschadiging van de lever kan men klachten krijgen, de cyste moet dan voorzichtig operatief verwijderd worden. Ernstige problemen kunnen optreden wanneer er een blaas in het weefsel van de long of lever barst. In sommige gevallen kunnen de larven ook in een oog terecht komen en blindheid veroorzaken. Verder is aangetoond dat contact met spoelwormlarven de allergische symptomen van kinderen met astma kan versterken.

Strenge slachthuiscontroles zorgen ervoor dat de cyclus van deze lintworm wordt doorbroken. Via de import van besmet vlees uit landen zoals Roemenië kan de ziekte ons land weer binnenkomen. Het voorschotelen van rauw, thuis bereid voedsel aan honden draagt ook bij tot een mogelijke nieuwe verspreiding van de lintworm.