NATUURLEXICON


Houtige beplantingen


Onder houtige beplantingen vallen de houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen, hagen, struwelen, loofbossen, naaldhout- en dennenaanplant en hoogstamboomgaarden.

Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen. Ze doen gewoonlijk dienst als veekering, als windvanger, als perceelsscheiding of ze hebben een andere gebruiksfunctie. Houtkanten groeien spontaan uit of worden periodiek als hakhout gekapt.

Houtwallen zijn houtkanten die op een verhoogde plaats staan.

Bomenrijen zijn meestal één, soms twee of drie bomen breed en staan gewoonlijk op regelmatige afstand van elkaar.

Een bijzondere vorm van bomen, die vaak langs perceelsscheidingen of sloten staan, zijn knotbomen. Door het periodiek kappen van de takken op een bepaalde hoogte boven de grond, ontstaan knoesten waaruit telkens weer nieuwe takken groeien. Meestal gaat het om Wilgen Salix species, soms uit Elzen Alnus species, Populier-soorten Populus species, Eik-soorten Quercus species of Gewone Es Fraxinus excelsior.

Heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen waarin struweelsoorten overheersen. Heggen groeien breed uit, hagen worden met een korte omlooptijd geschoren of geknipt. In heggen en hagen overheersen doornstruiken zoals Meidoorn Crataegus species of Sleedoorn Prunus spinosa.  

Home