NATUURLEXICON


De Kleine Julikever Anomala dubia komt vooral voor in heidestreken en duinen. Deze bladsprietkever wordt tot 15 mm lang. Hij is op warme dagen zeer actief.  

Soms kan de soort schadelijk zijn door plantenvraat.

De kever heeft een gedrongen uiterlijk en wordt 12 – 15 mm lang. Hij is onbehaard en ziet eruit als een kleine Meikever Melolontha melolontha. De kleur van kop en halsschild kan wisselen van bruin, blauwzwart of groenachtig zwart.
De dekschilden zijn middel- tot donkerbruin met hierover een metaalachtige glans.

Hij is van juni tot augustus te vinden in kreupelhout, weiden, Braam Rubus fruticosus, Iep-soorten Ulmus species, Berk-soorten Betula species en jonge dennen.

In zanderige omgevingen komt hij bijna overal algemeen voor. 's Avonds zwermt hij rond en vreet hij van verse scheuten en bloesems van bomen (Wilg, Berk).

De larven leven in de bodem als kleine engerlingen en vreten van wortels van loofbomen, maar richten geen noemenswaardige schade aan.
De ontwikkeling van de larven duurt 2 jaar.

Home


Kleine Julikever

Anomala dubia