NATUURLEXICON


De Kleine Roetbij Panurgus calcaratus is een vrij algemene bij met een lengte van 7 tot 9 mm, die van begin juni tot half september voorkomt op zandige bodems, in groeven, wegbermen en op zonnige, ruderale terreinen.

Het is een zwarte, glanzende, spaarzaam behaarde bij.  

Het vrouwtje heeft een ruige oranje scheenbeharing op de achterpoten.

Het mannetje heeft bleke antennes en een kanteelvormige tand op de achterdij.

De bij vertoont een voorkeur voor kortgrazige, heischrale graslanden en bermen.

Deze bij wordt vooral waargenomen op gele bloemen, zoals Gele Kamille Anthemis tinctoria, Klein Streepzaad Crepis capillaris, Bezemkruiskruid Senecio inaequidens, Leeuwentand-soorten Leontodon species en Havikskruid-soorten Hieracium species. Het vrouwtje bepoedert zich vaak volledig met stuifmeel.

Soms gebruiken verschillende vrouwtjes een gemeenschappelijke nestgang die leidt tot afzonderlijke nestruimten.

Het nest bevindt zich op open zandvlakten. De broedcellen bevinden zich 10 tot 25 cm diep in de grond. De wanden van de broedcellen worden behandeld met een secretie die opdroogt als een glanzend laagje.

Het vrouwtje verzamelt stuifmeel en draait hiervan een rond balletje, dat vervolgens in de broedcel wordt overgoten met nectar. Dan wordt er een ei op gedeponeerd. De larve overwintert als rustlarve en verpopt het jaar daarop (in juni).   

Een maaibeheer dat niet gefaseerd gebeurt werkt bedreigend voor deze soort.

Het is een gastheerbij voor de Bruinsprietwespbij Nomada fuscicornis.

Home


Kleine Roetbij

Panurgus calcaratus