NATUURLEXICON
Klein Hoefblad
Tussilago farfara
Het Klein Hoefblad Tussilago farfara groeit op open plaatsen op een vochtige, voedselrijke en kalkhoudende bodem (vochtige klei of leem en krijtbodems), zoals in wegbermen, langs slootkanten en onder struiken in ruigten of op pas omgewerkte grond. Deze plant is een indicatorsoort voor stagnerend grondwater.
De plant bereikt een hoogte van 30 cm en bloeit van februari tot mei met gele “paardenbloemachtige” bloemen. De bloemhoofdjes bestaan uit 30 tot 40 mannelijke buisbloemen die in het midden staan met daarrond circa 300 zeer smalle vrouwelijke lintbloemen.
De buisbloemen zijn 5-
De stengel is opvallend viltig en draagt schubbladeren. De bladeren, die hoefijzervormig, hartvormig tot rondachtig zijn, ontwikkelen zich nadat de bloemen verwelkt zijn.
Het Klein Hoefblad plant zich door middel van wortelstokken snel voort.
De plant groeit vooral op plaatsen waar er weinig andere begroeiing is. Het is een pionier op kale bodems en wordt daarom vaak aangetroffen op recent drooggelegde gronden en pas aangelegde terreinen en wegbermen.
De plant is een goede nectar-
De bloemen worden met name vaak bezocht door de Aardhommel Bombus terrestris voor de nectar.
Het is één van de waardplanten van de Phegeavlinder Amata phegea.
Het is de waardplant van de Grote Zadelmot Epiblema grandaevana.