NATUURLEXICON



ZWAMMEN

De zwammen zijn een zeer verscheiden groep van organismen die over geen bladgroen beschikken en geen bloemen, vruchten of zaden produceren. Ze vermenigvuldigen zich door middel van sporen.

De klimaatverandering en de hiermee gepaarde gaande toename van grillige weerspatronen heeft een negatieve impact op (oude) bomen. Verschillende stormen hebben de laatste jaren al lelijk huisgehouden in Vlaanderen. Dat zorgt ervoor dat er langs drukke weken veel zieke en oude bomen preventief worden gekapt om te vermijden dat er takken naar beneden vallen.

Dit gaat dan wel ten koste van zeldzame houtzwammen die op deze bomen groeien. Vaak zijn houtzwammen er zelf de oorzaak van dat bomen omwaaien, doordat het mycelium van de zwam het hout heeft aangetast.  

Anderzijds zijn er ook zwammen die profiteren van de klimaatverandering.


Bronskleurig Eekhoorntjesbrood

Het Bronskleurig Eekhoorntjesbrood Boletus aereus groeit in loofhoutsingels en bosranden op een droge, voedselarme bodem; ook wel in lanen op een natte, kalkarme en voedselarme bodem. Het is een mycorrhizavormende soort bij Beuk en Eik-soorten Quercus species.

Het is een warmteminnende soort die blijkbaar profiteert van de klimaatopwarming, want de afgelopen twee decennia zijn de aantallen van deze zwam toegenomen.


Forse Melkzwam

De Forse Melkzwam Lactarius trivialis is een zwam die voorkomt in loofbossen, gemengde bossen en berkenbroekbossen op een matig vochtig tot droge, kalkarme, voedselarme zand- of leembodem. Het is een mycorrhizavormende soort bij Berk-soorten en mogelijks ook dennen. Verzuring, vermesting en ook de klimaatverandering vormen een bedreiging voor deze soort.  


Franjeporiezwam

De Franjeporiezwam Polyporus tuberaster is een warmteminnende soort die profiteert van de klimaatopwarming. Hij wordt ook begunstigd door een toegenomen bemesting.

De zwam verschijnt in de zomermaanden en verdwijnt eind september.

Het is een gaatjeszwam die leeft van de afbraak van dood hout en groeit op dode takken, stammen en stronken van loofbomen.


Koningsmantelvlamhoed

De Koningsmantelvlamhoed Gymnopilus dilepis is een zwam die in bundels groeit op houtsnippers. Deze zwam heeft een opvallende, purperen, geschubde hoed. De stevige steel heeft dezelfde tint als de hoed. Hoog op de steel zit een ring die snel verdwijnt. Deze zwam wordt tot 10 cm hoog en krijgt bij veroudering meer geel-oranje tinten in de hoed en de steel.

De zwam bevat de hallucinogene stof psilocybine.      

Het is een Zuidoost-Aziatische exoot die sinds 2018 in Nederland en sinds 2020 in Vlaanderen voorkomt.

De zwam groeit oorspronkelijk op stronken van kokos- en oliepalmen. In Europa groeit hij vooral op broeiende houtsnipperhopen, waarop hij in grote groepen kan voorkomen. Meestal zijn de snippers afkomstig van naaldbomen, maar er zijn vondsten bekend van loofboomsnippers.

Het is een warmteminnende soort die profiteert van hete zomers om in onze streken vruchtlichamen te vormen.   


Roetschorsschimmel

De Roetschorsschimmel Cryptostroma corticale is een zwam die behoort tot de zakjeszwammen. De zwam komt voor op Esdoorn-soorten Acer species, vooral op Gewone Esdoorn Acer pseudoplatanus (soms ook op Noorse Esdoorn, Zilveresdoorn, Spaanse Aak, Vederesdoorn en in zeldzame gevallen ook op Berk- en Linde-soorten).

De zwam komt vooral voor op afgestorven hout. In een eerste fase is bast- en cambiumnecrose zichtbaar. Bij warmte en grotere vochtbehoefte beginnen de bladeren te verwelken en sterft de kroon af. In het bladweefsel wordt een laag gevormd van witte schimmeldraden, die met het blote oog te zien zijn als witte vlekken. De witte schimmeldraden vormen onder de bast een laag bruinzwarte sporen.  Later sterft de hele boom.

Binnen enkele maanden na het afsterven van de boom ontstaan er langwerpige scheuren in de bast. De buitenste schorslaag wordt afgestoten en onder de schors is een zwarte laag sporen te zien van de zwam. De stam vertoont roetachtige plekken.

Bij een jonge bast zal deze “opzwellen” door de grote hoeveelheid sporen. Na enige tijd barst de bast open en verspreiden de sporen zich in de omgeving. De geslachtelijke sporen worden door de wind verspreid.

Deze zwam kan luchtwegklachten veroorzaken bij mensen die de sporen inademen. De sporen kunnen ook allergische ontstekingsreacties en longaandoeningen (zoals pneumonitis) veroorzaken.

Deze zwam werd in 2015 in Vlaanderen op levende bomen vastgesteld. Deze zwam is aanvankelijk latent aanwezig op de boom zonder dat de boom hier hinder van ondervindt.

Na een zeer droge of zeer warme periode ondervindt de boom droogtestress. De zwam kan bij de verzwakte boom parasitair worden en het bast- en cambiumweefsel aantasten. De boom begint af te sterven, waardoor de kans op stam- en takbreuk vergroot.   


Verfstuifzwam

De Verfstuifzwam Pisolithus arhizus komt voor op steenstorten, puinhellingen en mijnafval. Het is een mycorrhizavormende soort bij Den- en Berk-soorten. Hij verdraagt zeer zure bodems.

Het blijkt een warmteminnende soort te zijn, zodat de klimaatopwarming gunstig uitvalt voor deze soort.  


Wit Ruitertje

Het Wit Ruitertje Marasmiellus candidus groeit op rottend loofhout in vochtige bosjes op relatief vochtige bodems.

De zwam gedijt goed op voedselrijke bodems die worden gekenmerkt door afwisselende periodes van drogere en nattere bodemgesteldheid. De zwam is goed bestand tegen een droogteperiode.

Binnen Europa kent het Wit Ruitertje een meer zuidelijke verspreiding, maar wellicht kan de zwam zich meer naar het noorden verspreiden onder invloed van de klimaatverandering.   

Home


- Dossier -

Klimaatverandering en de natuur


- Deel 5 -

Gevolgen voor de natuur in Vlaanderen:

- Zwammen -

Terug naar de startpagina van dit dossier