NATUURLEXICON
Kokmeeuw
Chroicocephalus ridibundus
De Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus draagt in het broedkleed een zeer kenmerkende zwarte kap. In de winter verandert deze kop in een zwarte vlek achter het oog. De vogel meet tot 37 cm. De snavel is donkerrood. Jonge vogels hebben bruin in de veren.
Hij broedt in kolonies aan de zeekust in duinen, kwelders en schorren, langs rijkbegroeide plas-
Het nest wordt gebouwd van plantendelen. Van april tot juni legt het vrouwtje 3 eieren. Beide ouders broeden en voeden de jongen.
Zijn voedsel bestaat uit schelpdieren, slakjes, wormpjes, kleine kreeftachtigen en soms vissen.
De diensten die in steden worden verleend zoals watervoorziening en rioolwaterzuivering, samen met het afval op stortplaatsen, bieden een leefbare omgeving voor vogels. Kokmeeuwen die zo’n 100 jaar geleden volledig onbekend waren in stedelijke gebieden, zijn nu regelmatige (winter-
De Kokmeeuw overwintert dikwijls in de veiligheid van waterreservoirs of andere grotere wateren in en bij grote steden, onder meer in havens. De vogels slapen in groepen van soms duizenden vogels. Het voedsel wordt meestal gezocht op vlakke kuststroken, maar Kokmeeuwen zijn ook vaak bij honderden foeragerend te zien in het binnenland op pas bemeste of geploegde akkers, op vochtige weilanden of op stortplaatsen.
De broedkolonies van Kokmeeuwen trekken andere kustbroedvogels aan. Grote Sternen Thallasseus sandvicensis broeden vrijwel uitsluitend in associatie met Kokmeeuwen. Ook Zwartkopmeeuwen Ichthyaetus melanocephalus broeden vaak in Kokmeeuw-
Kokmeeuwen kunnen voedselarme vennen en de omgeving ervan door hun uitwerpselen vermesten.