NATUURLEXICON


Kruisbek

Loxia curvirostra


De Kruisbek Loxia curvirostra is een vogel met een lengte tot 17 cm. Het mannetje is rood gekleurd; het vrouwtje olijfkleurig groen. De vogel heeft een gevorkte staart. Opvallend bij deze vogel zijn de snavelhelften die over elkaar gekruist zijn. De jongen hebben nog geen gekruiste snavel en zijn sterk gestreept. De roep is een luid en doordringend “kiep-kiep-kiep”.

Hij bewoont vooral sparrenbossen, vooral met Fijnspar Picea abies. Hij bezoekt ook tuinen met coniferen.  

Zijn voedsel bestaat uit zaden uit naaldboomkegels, maar ook vliegen, kevers, beukennootjes, eikels en zaden van Esdoorn-soorten Acer species, Els-soorten Alnus species, Haagbeuk Carpinus betulus, Wilde Lijsterbes Sorbus aucuparia, Klimop Hedera helix, grassoorten en Distel-soorten Carduus species.

Het broeden gebeurt vooral in noordelijker streken.

Tussen februari en maart wordt een nest gebouwd met een dikke wand en een diepe nestkom als bescherming tegen de koude. Het vrouwtje legt 4 eieren dat zij alleen uitbroedt. Mannetje en vrouwtje voeden de jongen. Dit zal dan ongeveer het ogenblik zijn dat de sparren rijpe zaden produceren.

De Kruisbek leeft hoofdzakelijk van oliehoudende zaden en is dus verplicht om regelmatig waterlopen en plassen op te zoeken om de dorst te lessen.

Hij kan met de gekruiste snavel zaden uit de kegels peuteren. Hij knipt de schubben doormidden om zo bij de zaden te kunnen.

Kruisbekken maken dikwijls in groepen grote zwerftochten. Het is een herfst- en wintergast. Er kunnen ook zogenaamde “invasies” optreden. Deze soort treedt vooral talrijk op in jaren met veel sparrenkegels bij ons, of als invasieve soort in jaren waarin er juist weinig sparrenkegels zijn in het oorspronkelijke leefgebied.

Home