NATUURLEXICON


Landkaartje

Araschnia levana   


Het Landkaartje Araschnia levana is een vlinder die behoort tot de aurelia’s. Hij meet tot 19 mm en zijn vleugelspanning bedraagt tot 4 cm. Hij komt vooral voor in ruigten, bosranden, graslanden in de buurt van bossen, open bossen en tuinen in een bosrijke omgeving.

Deze vlinder vliegt meestal in twee generaties per jaar: een eerste van april tot juni en een tweede van juli tot september.

Naargelang de eerste of de tweede generatie verschillen de vlinder in kleur en tekening. Abiotische factoren, zoals de daglengte en de temperatuur, bepalen tijdens het rupsstadium de latere, verschillende kleurvormen. Dit verschijnsel wordt ook wel aangeduid met de term seizoensdimorfisme.

De vlinders van de eerste generatie zijn aan de bovenkant roodbruin met zwarte vlekken. De vlinders van de tweede generatie zijn zwart met een witte band en fijne bruine lijnen. De onderkant heeft bij de twee vormen een landkaartachtig patroon.

De volwassen vlinder bezoekt graag de bloemen van Koninginnekruid Eupatorium cannabinum, Gewone Berenklauw Heracleum sphondylium, Leeuwentand-soorten Leontodon species, Madeliefje Bellis perennis, Wilde Marjolein Origanum vulgare en Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris.  

De eitjes worden afgezet in snoeren of staafjes van 10 exemplaren op de onderkant van de bladeren van jonge exemplaren van de Grote Brandnetel Urtica dioica op beschaduwde en vrij vochtige plaatsen.

Na het uitkomen leven de rupsen in groepjes van 10 tot 30 samen. Ze zijn grijs-zwart en hebben twee stekelige haarborstels op de kop. De verpopping gebeurt op de waardplant zelf of in de onmiddellijke omgeving. De pop overwintert. De mannetjes zijn territoriaal. Vaak volgen ze bosranden op zoek naar een vrouwtje.   


Home