NATUURLEXICON
Meervleermuis
Myotis dasycneme
De Meervleermuis Myotis dasycneme behoort tot de grotere vleermuizen. De kop-
De soort houdt van grote wateroppervlakten omringd door brede rietkragen en voedselrijke ruigtes. In de zomer vliegt deze vleermuis in waterrijke laaglanden, boven kanalen, rivieren en plassen. Het water mag niet te vervuild zijn.
Hij woont vaak in grote groepen in de nok van kerkzolders, spouwmuren, onder dakpannen en in kerken. De soort komt zelden in boomholten en vleermuiskasten.
In de winter woont hij onder meer in groeven en grotten. Kolonies kunnen uit 400 dieren bestaan, onder gunstige omstandigheden. De paring gebeurt in de herfst. Jonge vleermuizen verblijven in de eerste weken nadat ze hebben leren vliegen nog in de buurt van de kolonie.
Het favoriete voedsel bestaat uit dansmuggen, haften en kokerjuffers, maar ze eten net zo goed vlinders en kevers. De prooien worden in de vlucht gevangen. Soms worden ze van het wateroppervlak geplukt.
Veel vleermuisverblijven zijn door renovaties en het gebruik van giftige houtverduurzamingsmiddelen ongeschikt geworden. Bij het overbruggen van grote afstanden vliegt deze soort boven waterlopen, ook in stedelijke gebieden.
De Meervleermuis foerageert ook boven weilanden, langs houtwallen en bosranden en boven smalle slootjes.
Via opname van schadelijke stoffen via dansmuggen kan een verhoogde sterfte optreden. De muggenlarven die in verontreinigde waterbodems leven, vertonen grote concentraties pesticiden, PCB’s, PAK’s en zware metalen.
De dansmuggen voeden zich met deeltjes in de bovenste sliblagen van de waterbodem en nemen zo de verontreinigingen op.
De Meervleermuis komt verspreid in Vlaanderen en Nederland voor; gekende overwinteringsplaatsen in Vlaanderen zijn de Antwerpse Forten.