NATUURLEXICON


Middelste Teunisbloem

Oenothera biennis


De Middelste Teunisbloem Oenothera biennis, ook Gewone Teunisbloem genoemd,  komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, maar verwilderde vanuit tuinen. Deze plant, die een hoogte kan bereiken van 120 cm, komt vooral voor in het kustgebied, op omgewerkte stenige en zandige bodem. Vaak treft men de plant ook langs spoorwegen aan. De zaden kunnen jaren overleven in de grond tot de omstandigheden gunstig genoeg zijn om te ontkiemen.

De plant koloniseert kale zandgronden. Vooral in de duinen verdringt ze andere vegetatie. De gele bloemen van 5 tot 6 cm groot, staan alleen staan of in trossen en bloeien van juni tot september. Ze openen zich vooral in de late namiddag en geuren ‘s nachts. Hiermee trekken ze nachtvlinders aan, die mee instaan voor de bestuiving. De bloemen bloeien slechts een paar dagen. De bloei zet onderaan in en gaat tijdens het seizoen verder tot bovenin de plant.  

De bladeren zijn lancetvormig. De wortel is een penwortel.

Het is één van de waardplanten van de vlinders Groot Avondrood Deilephila elpenor en Teunisbloempijlstaart Proserpinus proserpina.

De bloemen worden omwille van de nectar en het stuifmeel ook bezocht door hommels.


Home