NATUURLEXICON


Mossen


Mossen (Bryophyta) zijn kleine, groene plantjes zonder wortels, die zich wel aan verschillende substraten kunnen hechten door middel van kleine aanhangsels (rhizoïden) waarmee ze zich verankeren.

Mossen zijn belangrijk voor het ecosysteem. Ze produceren zuurstof, beschermen de bodem tegen erosie en bieden leefruimte voor insecten. Mossen zijn in de natuur vooral te vinden op rottende boomstompen in voedselrijke en vochtige bossen.  Mossen zijn zeer gevoelig voor luchtverontreiniging en vooral voor verzurende stoffen. Dat komt omdat ze via het blad rechtstreeks water opnemen. Ze hebben geen wortels en vaatstelsels om water te transporteren.

Ze onttrekken hun voedsel uit de waterfilm die hen omgeeft.

De aanleg van eikenbossen is gunstig voor de ontwikkeling van mossen. Deze bossen hebben een relatief hoge luchtvochtigheid. Er heerst een bijzonder microklimaat doordat de boomkruinen ongeveer dezelfde hoogte hebben en daardoor voor een gesloten bladerdak zorgen.

Mossen kunnen zich over grote afstanden (vele honderden kilometer) verspreiden via de lucht door middel van de minuscule sporen. Ze kunnen zich dan op geschikte plaatsen vestigen.

Meestal planten ze zich geslachtelijk voort. Er zijn ook soorten die zich vooral ongeslachtelijk voortplanten door de vorming van broedtakjes die later afbreken en die op die manier via het water of dieren zorgen voor een verspreiding.  

Ondanks de ecologische waarde van mossen worden herbiciden nog veelvuldig aangewend om mossen te bestrijden.

Zware metalen verminderen de voortplanting en de groeisnelheid van mossen. (zie ook Milieugevaarlijke stoffen)

Zwaveldioxide (zie ook Verzuring) vermindert de voortplanting en de groeisnelheid van mossen.

Mossen zijn goede bio-indicatoren. Wanneer er een bepaald mos ergens groeit, dan kan men allerlei conclusies trekken over de rest van de natuur. Mossen geven een indicatie over de milieukwaliteit, het beheer en de andere groeiomstandigheden.


Home