NATUURLEXICON


Muurrouwzwever

Anthrax anthrax


De Muurrouwzwever Anthrax anthrax is een wolzwever. Deze vlieg heeft vleugels die voor meer dan de helft zwart gekleurd zijn. Het lichaam is helemaal zwart op enkele lichte haartoefjes bij het vrouwtje na. Deze soort heeft geen verlengde zuigsnuit en geen wollige beharing.

Van april tot augustus patrouilleert deze parasitaire vlieg langs bovengrondse nestgangen of gangen in steilwanden. De vrouwtjes deponeren de eitjes vliegend in de nestgangen, soms tot een tiental eitjes per gang. Aan de eitjes kleven vaak zandkorreltjes, die door de vlieg tussen de haartjes worden bewaard.

Ongeveer op het tijdstip dat een gastheervrouwtje in de nestgang aan een broedcel begint te bouwen komen de larven te voorschijn. De larve wacht in de broedcel tot de gastheerlarve volgroeid is en zich gaat inspinnen. Bij het inspinnen laat de larve van de Muurrouwzwever zich mee inspinnen. Bij het voltooien van de cocon zuigt de vliegenlarve de bijenlarve leeg en blijft in de cocon. De pop is geen gewone tonnetjespop, maar is zeer beweeglijk, ook al is ze pootloos. Aan de kopkant heeft de pop vier paar stekels, met kleinere hulpstekeltjes. In het voorjaar schraapt de pop met behulp van de stekeltjes een opening in de cocon en hobbelt ze doorheen eventuele andere hindernissen in de nestgang en ook doorheen de afsluitprop van de nestgang. Bij het bereiken van de lichtinval aan de uitgang verpopt de vlieg. Na het uitkleuren en het uitharden van de vleugels vliegt de jonge wolzwever weg.

Het uitkleuren en uitharden vlakbij de nestingang, dat ongeveer een kwartier in beslag neemt, is niet zonder risico voor de vlieg, want het dier vormt dan een gemakkelijke prooi voor spinnen.        

De Muurrouwzwever parasiteert bij verschillende gastheren, zoals de Zwarte Sachembij Anthophora retusa, de Rosse Metselbij Osmia bicornis en de Gehoornde Metselbij Osmia cornuta.


Home