NATUURLEXICON


Oosterse Kakkerlak

Blatta orientalis   


De Oosterse Kakkerlak Blatta orientalis heeft een lengte tot 25 mm. Het mannetje heeft donkere, roodbruine voorvleugels, die het achterlijf voor ongeveer een vierde onbedekt laten. Het vrouwtje heeft korte, rudimentaire voorvleugels (stompjes). De nimfen lijken op vleugelloze volwassen kakkerlakken.

Deze exoot uit Zuid-West-Azië komt het hele jaar door voor in gebouwen. Door bestrijdingsmiddelen en een algemene verbeterde hygiëne is deze warmteminnende soort tamelijk zeldzaam geworden.

Deze kakkerlak, die men ook wel Bakkerstor noemt, is een lichtschuwe soort die zich overdag verborgen houdt. Hij voedt zich met keukenafval en voedselvoorraden. Hij eet ook soms dode soortgenoten. Het vrouwtje produceert een aantal eipakketten die ze een paar dagen met zich meedraagt aan het achterlijf en dan in een hoekje of holte afzet en vastkleeft met de mond. Een pakketje (oötheek) kan 12-15 eitjes bevatten. Na het uitkomen doorloopt de larve ongeveer 10 ontwikkelingsstadia. De imago leeft ongeveer 1 jaar. Deze kakkerlak is niet erg schadelijk, maar kan wel ziektes overbrengen op de etenswaren.  


Home