NATUURLEXICON

Oranje Zandoogje

Pyronia tithonus   

Het Oranje Zandoogje Pyronia tithonus behoort tot de aurelia’s. Deze vlinder heeft een vleugelspanning tot 40 mm en vliegt van juli tot september. Deze soort is kleiner dan het Bruin Zandoogje Maniola jurtina.

Beide soorten worden vaak samen aangetroffen.

De bovenkant van zowel de voor- als de achtervleugel is oranje met brede bruine randen. In de vleugelpunt ligt een zwarte vlek met een dubbele witte kern. Dit is echter geen onderscheidend kenmerk want het Bruin Zandoogje heeft soms ook een dubbele witte kern in de vlek in de vleugelpunt.

Het mannetje heeft een grote zwarte geurstreep op de voorvleugel.

Deze vlinder komt vooral voor in ruige graslanden in de buurt van bossen of hagen en in grens- en pioniervegetaties.

De vlinder bezoekt onder meer de bloemen van Koninginnekruid Eupatorium cannabinum, Wilde Marjolein Origanum vulgare, Grote Kattenstaart Lythrum salicaria en Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris.

De vlinder kent meestal slechts 1 generatie per jaar.  De eitjes worden afzonderlijk gelegd of gedumpt op de grasachtige waardplanten. Een vrouwtje kan tot 200 eitjes leggen.

Het rupsstadium duurt ongeveer 9 maanden. De rupsen zijn bruin of groen gekleurd met witte strepen.

De waardplanten van de rupsen zijn Struisgras-soorten Agrostis species en Zwenkgras-soorten Festuca species. De overwintering gebeurt als rups. In oktober gaat de rups in diapauze en begint in het voorjaar opnieuw te eten. De verpopping gebeurt op de waardplanten, dicht bij de grond.

De rupsen worden vaak gepredeerd door loopkevers, hooiwagens, vogels en sluipwespen.