NATUURLEXICON


Pijpenstrootje   

Molinia caerulea


Het Pijpenstrootje Molinia caerulea groeit op vochtige tot natte, zure schrale grond. We vinden deze plant op natte heidevelden, in (verzuurde) vennen, in lichte bossen en in moerassen, waar ze meestal andere planten verdringt.

Deze plant wordt 50 tot 150 cm hoog en bloeit van juli tot september met groene grasbloemen in pluimen. De bladeren zijn lijnvormig. De stengel is hol. De halmen hebben schijnbaar geen knopen. De knopen zijn echter aan de voet ervan samengedrongen.

De aanwezigheid van deze plant is vaak ongewenst als men bijvoorbeeld bijzondere vegetatie een kans wil geven.

Wanneer men evenwel het beheer afstemt op de aanwezigheid van de Adder Vipera berus of andere reptielen die van een vochtige omgeving houden, dan zijn dikke pollen Pijpenstrootje omwille van hun vochtigheid ideaal voor deze reptielen.  

Het is de waardplant van de Pijpenstro-uil Apamea aquila (vlinder).

Het is één van de waardplanten van de vlinders Dambordje Melanargia galathea, Kleine Hageheld Lasiocampa trifolii, Koevinkje Aphantopus hyperantus, Witstipgrasuil Mythimna albipuncta, Rietvink Euthrix potatoria, Spiegeldikkopje Heteropterus morpheus, Veenhooibeestje Coenonympha tullia en Bont Zandoogje Pararge aegeria.

Ook de rupsen van de zeer zeldzame Pijpenstro-uil Apamea aquila (vlinder) leven op deze plant.


Home