NATUURLEXICON


Pinksterbloem   

Cardamine pratensis


De Pinksterbloem Cardamine pratensis is een typische plant van vochtige weiden. De plant komt ook voor in vochtige loof- en gemengde bossen, soms zelfs op lichte plaatsen in naaldbossen, en dikwijls langs wateroevers. Planten die langs wateroevers groeien dragen dikwijls jonge plantjes bovenop de bladeren. De bloemen van de Pinksterbloem zijn roze-wit gekleurd en vormen trossen aan de stengeleinden. De helmknoppen van deze plant zijn geel. De bloemen bloeien van april tot juni.  

De honing wordt afgescheiden door twee kleine honingkliertjes, zodat deze plant talloze insecten aantrekt. De stengelbladeren hebben smalle blaadjes. De wortelbladeren hebben ovale blaadjes.

’s Nachts en bij regen buigen de bloemstelen omlaag en sluiten de bloemen zich gedeeltelijk.  

De plant kent naast de zaadvorming ook een vegetatieve vermeerdering door middel van broedknopjes. Op de stengel zijn vaak larven van het Schuimbeestje Philaenus spumarius (cicade) aanwezig. Deze larven zuigen plantensap, dat door ademlucht schuimvormig wordt uitgescheiden. Men noemt dit schuim ook wel koekoeksspuug.

Deze plant is één van de waardplanten van het Oranjetipje Anthocharis cardamines (vlinder).

Het is ook de waardplant van de Pinksterbloemlangsprietmot Cauchas rufimitrella.

Het is een goede drachtplant voor de Honingbij Apis mellifera.


Home