NATUURLEXICON


Prikkeldraadvegetaties


Op begraasde weiden waar reeds gedurende vele jaren een prikkeldraad aanwezig is, ontwikkelden zich vaak bijzondere vegetaties: de zogenaamde “prikkeldraadvegetaties”.

Het beheer onder de prikkeldraad wijkt namelijk af van het gevoerde beheer op de rest van de percelen. De vegetatie wordt kort afgegraasd op het weiland, maar niet precies onder de prikkeldraad. Onder de prikkeldraad komen er ook geen uitwerpselen terecht, zodat er minder aanrijking met voedingsstoffen (vermesting) optreedt op deze stroken.

De bodem onder de prikkeldraad is vaak ook iets opgehoogd als gevolg van verstevigingswerken voor de palen, door de grazers zelf of door mieren die onder de prikkeldraad hun mierenhopen maken. De stroken worden ook niet verdicht door het vee of rollend landbouwmaterieel.

De prikkeldraadvegetaties bestaan vaak uit plantensoorten die eerder gekend zijn van schrale gronden (zoals onder meer Muizenoor, Spits Havikskruid, Beemdkroon en Zaagblad).

Ook graslandpaddenstoelen (bijvoorbeeld wasplaten en Gele Knotszwam) vinden in deze stroken een toevluchtsoord.   

De prikkeldraadvegetaties zijn oude systemen die zich gedurende jaren konden ontwikkelen. Ze hebben een grote ecologische waarde in het landschap en verdienen de volle aandacht, waardering en bescherming.



Home