NATUURLEXICON


Ringmus      

Passer montanus   


De Ringmus Passer montanus is een achteruitgaande broedvogel in Vlaanderen. Deze vogel meet tot 14 cm. Beide geslachten en ook de jonge vogels hebben een kastanjebruine kleur en een opvallende, donkere wangvlek. De soort is meer op het platteland dan in steden te vinden. Deze vogel verkiest vooral agrarische gebieden met knotwilgen, maar is ook te vinden in villawijken, tuinsteden, parken en grote tuinen. Deze vogel is minder gebonden aan de mens dan de Huismus Passer domesticus en vaker te vinden in bossen en houtwallen en houtkanten.  

De Ringmus broedt 2 tot 3 keer per jaar. Het vrouwtje legt van april tot augustus 5 tot 6 eitjes. Het is een holenbroeder. Het nest bevindt zich in holle bomen en nestkasten.  

Deze vogel ontwijkt de Huismus en zal dus voorkomen op de plaatsen die niet worden bewoond door de Huismus. Het voedsel is wel hetzelfde als dit van de Huismus.

Op plaatsen waar Huismussen ontbreken, zoals in Oost-Azië, komt de Ringmus in de steden voor. Op plaatsen waar beide voorkomen, bevolkt de Huismus de steden en dorpen en blijft de Ringmus meer in de buitengebieden.

De achteruitgang van de Ringmus is vooral te wijten aan het verdwijnen van paarden uit het straatbeeld in de afgelopen eeuw. Er is ook minder graan te vinden.  

De Ringmus zwerft in de winter vaak rond.

In agrarisch gebied bestaat er voor deze vogel een schaarste aan nestgelegenheid door het opruimen van houtwallen, hoogstamboomgaarden en andere kleine landschapselementen. Ook het voedselaanbod is verminderd door een omschakeling van graanteelt naar maïsverbouw, door een intensief herbicidengebruik, door zaaizaadselectie en overbemesting.

De overwinteringsmogelijkheden werden ook beperkter door het verdwijnen van graanstoppels en ruderale terreinen. De populaties in duinen en bossen worden waarschijnlijk deels aangevuld door exemplaren uit nabijgelegen agrarische gebieden.

Home