NATUURLEXICON


Roerdomp

Botaurus stellaris


De Roerdomp  Botaurus stellaris is een reigerachtige met groene poten, een bruin verenkleed met zwarte strepen en een compacte bouw. Hij meet ongeveer 75 cm.

De Roerdomp vliegt zelden. Als hij vliegt houdt hij de hals in de typische reiger-S-vorm. Hij maakt een ver dragend geluid dat enigszins klinkt als “woemp”. Bij gevaar heeft hij de gewoonte om een paalhouding aan te namen, hetgeen hem dan door zijn strepenpatroon zo goed als onzichtbaar maakt in de rietbegroeiing. Het is een moerasvogel die nestelt in dicht en oud waterriet, dit is riet dat met de voeten in het water staat.

In april-mei legt het vrouwtje 3 tot 5 eieren. Het vrouwtje broedt en voedt de jongen alleen. Het vrouwtje moet er dus in slagen om na het uitkomen van de eerste jongen voedsel te zoeken en de overige eieren verder uit te broeden. Slechte weersomstandigheden of een klein voedselaanbod (vissen, kikkers) kunnen een sterk negatieve invloed hebben op het broedsucces.  

Deze merkwaardige vogel voedt zich met vissen (vooral vissen van 10 tot 15 cm), amfibieën, kleine zoogdieren (Mol, muizen), wormen en waterinsecten. Er moet ondiep water in de omgeving aanwezig zijn. In de winter, bij bevroren water, beperkt hij zich tot kleine zoogdieren.  Bij een verruiging van de omgeving door verdroging, vermesting of verzuring wordt het riet verdrongen door andere plantensoorten. De verdroging van de rietvelden wordt veroorzaakt door peilverlagingen in de omringende landbouwgebieden.  

De Roerdomp houdt van stilstaand ondiep water met een dichte uitgestrekte vegetatie van liefst overjarig Riet Phragmites australis.

Wateren die volledig zijn omgeven door bossen of moerasbossen worden gemeden. De voedselgebieden bevinden zich in de nabijheid van het nest in rustige plassen en sloten met voldoende randbegroeiing.

Het territorium van een mannetje Roerdomp beslaat al vlug 10 tot 20 ha moerasgebied en om voldoende grote en levensvatbare populaties te ontwikkelen zijn moerasgebieden van honderden hectaren noodzakelijk.

Het ideale leefgebied van de Roerdomp is een zompig en volstrekt ontoegankelijk gebied.

Wanneer de vogel het nest kan maken boven een waterpeil van meer dan 70 cm dan is dit goed. Een lage waterstand maakt de nesten gemakkelijk toegankelijk voor predatoren.

De toenemende waterrecreatie en de sportvisserij vormen een ernstige bedreiging. Plaatselijk worden rietkragen vernield door de golfslag van snelvarende motorboten, door boten die aanleggen en door sportvissers die de oevervegetatie vertrappen.

Aangezien deze vogel graag in overjarige moerasvegetaties nestelen, moet er bij maaiactiviteiten op gelet worden dat er minstens een derde deel van de rietbegroeiing blijft staan. De waterkwaliteit moet zo goed mogelijk blijven. Deze vogel gaat in heel Europa achteruit.

In strenge winters kunnen er scherpe populatiedalingen optreden (tot -70%). Wanneer het een paar dagen achter elkaar had vriest, verlaten ze overdag hun dekking om te gaan jagen, niet zelden in de buurt van bewoning. Op gemaaide rietlanden en bij wakken worden dan vaak meerdere vogels bij elkaar gezien.

Een krimpend areaal overjarig waterriet door eutrofiëring en onvoldoende of te onnatuurlijke waterdynamiek, leidend tot versnelde verlanding en achterblijvende nieuwe rietvorming, zijn belangrijke bedreigingen.

Het verwijderen van rietkragen ten voordele van de visvangst en de aanleg van recreatiegebieden in gebieden die beter natuurgebied zouden blijven, betekenen ook een verliespost voor deze vogel. De natuurlijke predatie door bijvoorbeeld kraaiachtigen wordt betekenisvol wanneer het vrouwtje zich als gevolg van andere verstoringen te ver van het nest moet verwijderen om geschikt voedsel te zoeken voor de nestjongen. Dan worden de nestjongen extra kwetsbaar.   

In West-Europa wordt het aantal Roerdompen nog geschat op ongeveer 5000 exemplaren; in Vlaanderen zouden er nog zo’n 100 exemplaren voorkomen. In Nederland wordt het aantal geschat op ongeveer 300 vogels (2015).


Home