NATUURLEXICON


Ronde Zonnedauw

Drosera rotundifolia  


De Ronde Zonnedauw Drosera rotundifolia is een soort van kalkarme zand- of veengrond. Het plantje komt bij voorkeur voor tussen Veenmos-soorten Sphagnum species op natte tot zeer vochtige plekken.

Het groeit ook op een meer minerale, licht humeuze zand- tot kleiige zandbodem in natte heide.   

Deze plant is een zeldzame soort. Zonnedauwsoorten “eten” als het ware insecten. De bladeren dienen als vangarmen. Op de bladranden staan tentakels, dit zijn rode uitgroeisels waaraan overdag een klein druppeltje kleverig vocht hangt. Die druppeltjes trekken insecten aan, die vastgekleefd raken. De tentakels scheiden mierenzuur uit waardoor er stukjes eiwit van het insect oplossen. Dat eiwit doet de tentakels naar elkaar toebuigen en het blad vouwt zich rond het insect. Er worden verteringssappen uitgescheiden en het insect lost op en wordt opgezogen door de plant. De insecten worden verteerd en de voedingsstoffen worden eraan onttrokken door de plant. Eén plant verteert per zomer zo’n 2000 insecten. De bloeistengels zijn onbebladerd. De vruchten zijn doosvruchtjes.

Om te verhinderen dat de Veenmos-soorten over het plantje heen groeien, vormt de plant in de winter een winterknop, die in het voorjaar boven het mosdek uitgroeit tot een nieuw plantje. Het plantje bloeit van juni tot augustus met witte bloempjes die in aren staan. De blaadjes zijn rond. Het plantje wordt 5 tot 20 cm hoog.

Deze plant is gevoelig voor de afname van het aantal geschikte groeiplaatsen, vermesting en verdroging.

Vleesetende planten zijn slecht bestand tegen veranderingen in het leefmilieu. Ze kunnen niet tegen de extra stikstof die door het gebruik van kunstmest in de landbouw in hun groeiplaats terechtkomt. Ze zijn zo gewend aan een laag stikstofgehalte dat ze bij een hogere concentratie letterlijk overvoed worden en in feite “opbranden”.   

Home