NATUURLEXICON


Schuimalg    

Phaeocystis globosa


De Schuimalg Phaeocystis globosa, ook Bruine Schuimalg genoemd, is een flagellaat.

Deze algensoort komt in 2 verschijningsvormen voor: als een cel of als een cellenkolonie. Bij de kolonies liggen de cellen in een soort slijmlaag ingebed. Bij het afsterven van de algen kloppen golfbewegingen de schuimlaag op tot schuim, dat vervolgens in grote hoeveelheden op het strand aanspoelt.

Ook de weersomstandigheden spelen een rol bij het optreden van deze alg.

Het grootste deel van het jaar leeft deze alg als een eencellige flagellaat; de algcel heeft dan 2 flagellen, een soort staarten, waarmee de soort zich kan voortbewegen.

Rond half april neemt het aantal algencellen door de toenemende lichtintensiteit zeer sterk toe. Bij deze algenbloei deelt elke eicel zich ongeveer 2 keer per dag. De concentratie aan algcellen in zeewater kan tot 50 miljoen per liter oplopen. Het zeewater krijgt door de algen een bruine kleur en wordt zeer troebel. Tijdens de algenbloei vormen de algen bolronde blaasjes met duizenden cellen en een diameter van enkele millimeter tot meer dan een centimeter.

De wand van de blaasjes is geleiachtig en bestaat uit mucopolysachariden. De blaasjes zijn gevuld met een vloeistof waardoor ze in de bovenste waterlagen blijven zweven. De explosieve groei is, behalve van de hoeveelheid zonlicht, ook afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid voedingsstoffen zoals fosfaat- en stikstofverbindingen. De concentratie aan algen zal dan ook het grootst zijn in de kustzone, als gevolg van de aanvoer van deze voedingsstoffen via de rivieren.

Na 4 tot 6 weken van toenemende algenbloei nemen de voedingsstoffen in het zeewater terug af. De cellen worden opgegeten door planktondiertjes of beginnen af te sterven als gevolg van aanvallen van bacteriën of virussen. Bij de afbraak hiervan komen er grote hoeveelheden eiwitten en andere biomoleculen vrij. Deze eiwitten worden in de golven en vooral in de branding verder opgeklopt waardoor het zeeschuim wordt gevormd. De suikerverbindingen in het schuim zorgen voor een slijmachtige structuur. Na een achttal weken is dit proces voorbij. Vooral aanlandige wind zorgt voor een opstapeling van het schuim in de brandingszone en het strand.

De opvolging van een droge zomer (met een toenemende concentratie nitraten en fosfaten), een natte winter (met een grote afvoer van rivierwater naar de Noordzee), een zeer zonnig voorjaar (april-mei) en een aanlandige sterke wind kan leiden tot enorm dikke lagen van deze Schuimalg.

Deze algen dienen als voedsel voor verschillende planktondiertjes die zelf ook weer voedsel zijn voor grotere zeedieren. Bij de afbraak van de algen worden de biologische bouwstenen beschikbaar voor andere organismen. Algen vormen de essentiële basis voor bijna alle voedselketens in de zee.       

De afstervende algen zakken gedeeltelijk ook uit naar de bodem van de Noordzee. Deze massa aan dode cellen kan andere organismen verstikken. Het rottingsproces verbruikt veel zuurstof en er kunnen giftige stoffen, zoals zwavelverbindingen, vrijkomen. Deze verbindingen kunnen sterfte in onder meer mosselculturen veroorzaken.  

Home