NATUURLEXICON


Sikkelsprinkhaan

Phaneroptera falcata


De Sikkelsprinkhaan Phaneroptera falcata wordt nog maar sinds 1994 in Vlaanderen aangetroffen en breidt zich goed uit. Deze soort komt in Nederland alleen in het zuiden voor.

Het is een zuidelijke soort, die houdt van warme terreinen, bij voorkeur deze met struiken en bomen. Hij bewoont open bosranden, ruige bermen en kruidenrijke, schrale graslanden. Hij vertoont in Europa een noodwaartse migratie, als gevolg van de opwarming van ons klimaat. Het is één van de best vliegende sprinkhanen. Deze sprinkhaan heeft zeer lange vleugels. Het is de enige inheemse sprinkhaan waarbij de achtervleugels langer zijn dan de voorvleugels. De sprinkhaan heeft een slanke lichaamsbouw en een lichtgroene kleur. De vrouwtjes hebben een korte, sikkelvormige legboor.

Deze soort heeft een opvallende, vlinderachtige vlucht.   

De soort behoort bij de sabelsprinkhanen. Bij deze groep van sprinkhanen bevindt het gehoororgaan zich net onder de knieën van de voorste poten. Door de lange vleugels kan deze soort zeer goed vliegen. In 1 keer verplaatst hij zich wel 30 meter ver. In de vlucht doet de sprinkhaan denken aan een libel.

De platte eieren worden met de korte, brede legboor in van tevoren gebeten gaten in het binnenste van bladeren geschoven.

In 2004 werd de soort ook in het Antwerpse Havengebied aangetroffen.  

De sprinkhaan komt anno 2009 tamelijk algemeen voor in de voor de soort geschikte gebieden. Het is een goede vlieger, die zich snel kan vestigen in gebieden die mede door de klimaatverandering geschikt zijn geworden.

Gebieden waar deze sprinkhaan leeft, zijn zeker het beschermen waard omdat er bijzondere microklimaatomstandigheden heersen en er vaak ook andere waardevolle (droogte- en warmteminnende) fauna- en flora-elementen voorkomen. Hoge kruidenvegetaties met verspreide struiken zijn belangrijk. De terreinen mogen niet te sterk dichtgroeien (verstruwelen of verbossen) enerzijds en zeker ook niet uniform kortgemaaid worden anderzijds.

Home