NATUURLEXICON


Snoekbaars

Sander lucioperca


De Snoekbaars Sander lucioperca is niet echt inheems in Vlaanderen. Hij werd wel reeds op het einde van de negentiende eeuw in onze streken ingevoerd. Het is een grote vis, die tot 1 m lang kan worden en tot 15 kg kan wegen. Hij heeft opvallende hoektanden in de bek. Deze vis komt voor in open water (kanalen, meren en grote rivieren). Het water moet voldoende zuurstof bevatten, maar mag troebel zijn. Een verbraseming is eerder gunstig voor deze soort.

Jonge dieren voeden zich met allerlei dierlijk plankton en kleine waterdiertjes, zoals larven van steekmuggen en eendagsvliegen.

De Snoekbaars is een uitgesproken visrover, die ook kleinere soortgenoten grijpt. Zijn voedsel bestaat vooral uit Spiering.  

Het paaien van deze vis gebeurt in ondiep water. Het paaien gebeurt van eind april tot begin mei, bij een watertemperatuur van ongeveer 12 °C. De klompen eieren worden afgezet in een nest dat door het mannetje werd gemaakt op een zand- of grindbodem. Het mannetje blijft het nest bewaken en bewaaieren met de vinnen om de eieren van voldoende zuurstof te voorzien.   

Het is een warmteminnende soort. Veel Snoekbaarslarven overleven een koud voorjaar of een koude zomer niet.  Bij hogere temperaturen groeien de larven immers sneller. Ze zijn dan veel minder het slachtoffer van predatie. Bij lagere temperaturen groeien de larven minder snel en zijn ze gelimiteerd door de grootte van hun prooien. Deze zwakke generatie kent grote verliezen wanneer de temperaturen dalen gedurende de herfst- en winterperiode.

De Snoekbaars wordt gekweekt en uitgezet.

Home