NATUURLEXICON



Tot de duizendpootachtigen behoren de duizendpoten, de miljoenpoten, de dwergduizendpoten en  de weinigpotigen. De dwergduizendpoten en de weinigpotigen zijn in onze streken slechts met een paar soorten vertegenwoordigd. De dieren van deze twee groepen prefereren een vochtige omgeving.

Duizendpoten hebben een paar poten per lichaamssegment en minstens 15 segmenten. Ze zijn nuttig door het grote aantal insecten en spinnen die ze verorberen. Ze voeden zich ook met wormen. Aan de voorzijde van de kop heeft de duizendpoot gifkaken, die uit het voorste potenpaar zijn ontstaan. Hiermee injecteert de duizendpoot zijn prooien met gif, waarna deze sterft. Met de kaken worden de prooien in stukken gesneden en naar de monddelen gebracht.  

Miljoenpoten hebben 2 paar poten per segment en minstens 13 segmenten. Ze leven meestal onder stenen, achter de schors van dode bomen en in de strooisellaag. Meestal houden ze van een vochtige omgeving. Miljoenpoten eten zwakke en beschadigde planten, waaronder wortels en tuinplanten. Ze bevorderen de afbraak van humus tot voedsel en verbeteren daardoor de kwaliteit van de grond. Zowel duizendpoten als miljoenpoten zijn lichtschuwe dieren.


De soorten

De miljoenpoot Blaniulus guttulatus leeft in de grond in tuinen en kassen, waar hij zich voedt met planten en rottend fruit.

De Aardduizendpoot (Geophilus longicornis), ook Tuinduizendpoot genoemd, is een algemene soort. De eitjes worden omhuld met een uitscheidingsstof, waarin het vrouwtje zich hult ter bescherming. Hij jaagt vooral op aardwormen en insecten. Op bomen jaagt hij vooral in de gangetjes tussen en onder de schors en in de spleten van het hout.  

De miljoenpoot Lulus terrestris komt voor op vochtige plaatsen onder afgevallen bladeren in bossen en tuinen en vaak onder stenen.


Home


- Dossier -

Stadsnatuur


- Deel 2 -

De soortendiversiteit in de stad

- Duizendpootachtigen  -

Terug naar de startpagina van dit dossier