NATUURLEXICON




Mossen zijn kleine, groene plantjes zonder wortels, die zich wel aan verschillende substraten kunnen hechten. Mossen zijn belangrijk voor het ecosysteem. Ze produceren zuurstof, beschermen de bodem tegen erosie en bieden leefruimte voor insecten. Mossen zijn in de natuur vooral te vinden op rottende boomstompen in voedselrijke en vochtige bossen. In de stad groeien ze vooral op bomen,muren en rottend hout.  Ze zijn zeer gevoelig voor luchtverontreiniging en vooral voor verzurende stoffen. Dat komt omdat ze via het blad rechtstreeks water opnemen. Ze hebben geen wortels en vaatstelsels om water te transporteren. Ze onttrekken hun voedsel uit de waterfilm die hen omgeeft.

Mossen kunnen zich over grote afstanden (vele honderden kilometer) verspreiden via de lucht door middel van de minuscule sporen. Ze kunnen zich dan op geschikte plaatsen vestigen. Meestal planten ze zich geslachtelijk voort. Er zijn ook soorten die zich vooral ongeslachtelijk voortplanten door de vorming van broedtakjes die later afbreken en die op die manier via het water of dieren zorgen voor een verspreiding.  

Mossen zijn goede bio-indicatoren. Wanneer er een bepaald mos ergens groeit, dan kan men allerlei conclusies trekken over de rest van de natuur. Mossen geven een indicatie over de milieukwaliteit, het beheer en de andere groeiomstandigheden. Soorten van voedselarme groeiplaatsen zoals moerassen, venen, heiden en duingebieden gaan achteruit als gevolg van vermesting. Veel mossen op bomen zijn anderzijds als gevolg van de afname van zure regen sinds eind jaren 1980 teruggekeerd. Veel laanbomen in het stedelijk gebied zien er daarom niet langer kaal uit. Ook mossoorten in bossen, vooral soorten die afhankelijk zijn van dood hout, doen het de laatste jaren weer wat beter.  

Mossen groeien vaak op wat oudere muren. Ze vormen kussentjes op de bovenkant en in de voegen. Andere soorten groeien als een groen matje onder aan vochtige muren. Ze vangen stof en vormen een klein beetje aarde, waarin zaadjes kunnen kiemen. Plantjes die daaruit groeien, gaan meestal ten onder, maar soms kunnen ze zich vastzetten in spleetjes in de stenen en er vaste voet krijgen.


De soorten

Het Gewoon Pluisdraadmos (Amblystegium serpens) is een zeer algemeen mos dat groeit op beschaduwde en voedselrijke plaatsen in vochtige bossen. Het komt voor op bomen, muren en rottend hout.

Het Gewoon Smaragdsteeltje (Barbula convoluta) is een algemeen voorkomend mos dat groeit op verstoorde plaatsen, in wegranden, op puinstorten, in ruïnes en langs zandige greppels.

Het Kleismaragdsteeltje (Barbula unguiculata) is een mos dat meestal groeit op verdichte, onbeschaduwde (klei)bodems langs paden, in akkers, weilanden en in tuinen en groeven. Soms wordt het mos gevonden op vochtige rotsen.

Het Gewoon Dikkopmos (Brachythecium rutabulum) is een algemeen voorkomend bodemmos, maar het groeit vooral aan de voet van vochtige muren, op bomen en op dood hout. In januari worden zichtbare rijpe sporenkapsels gevormd. Deze zijn opvallend roodbruin van kleur. Jonge sporenkapsels zijn groen.  

Het Zilvermos (Bryum argenteum) komt voor in scheuren tussen tegels van tuinpaden, op kale grond, rotsen, muren en daken. Het is over de hele wereld verspreid. Het komt niet voor in bossen. Dit mos vormt kussenvormende zoden.

Het Gewoon Purpersteeltje (Ceratodon purpureus) is een mos dat algemeen voorkomt op allerlei bodems en plaatsen. De soort wordt massaal aangetroffen op brandvlakten van droge zandgrond, ook op muren, daken en oud hout.

Het Kegelmos (Conocephalum conicum) komt voor op vochtige muren en rotsen en vormt dichte tapijten.

Het Gewoon Gaffeltandmos (Dicranum scoparium) is een schorsbewonend mos dat vooral in matig zure bossen voorkomt. Soms wordt de soort ook op stenen of op rieten daken aangetroffen.

Het Groot Klokhoedje (Encalypta streptocarpa) is een zeldzaam mos dat voorkomt op beschaduwde standplaatsen. Het komt voor op (kalkhoudende) bunkers, vochtig kalkrijk zand en vochtige kalkstenen muren.

Het Gewoon Krulmos (Funaria hygrometrica) is een mos dat een voorkeur heeft voor stikstofrijke verstoorde grond. We vinden dit algemene mos vooral op brandplekken, op open, vochtige zand- of kleiplaatsen, opgeworpen baggerplaatsen, op bloempotten en in kassen. De sporen van dit mos behouden een tiental jaren kiemkracht.  

Het Gewoon Muisjesmos (Grimmia pulvinata) is een zeer algemeen bladmos op daken, muren en allerlei gesteenten.

Het Gewoon Zijdemos (Homalothecium sericeum) is een mos dat vooral voorkomt op kalkhoudende muren, maar daarnaast komt de soort ook meer en meer epifytisch voor op bomen, waaronder Eik-soorten.

Het Gesnaveld Klauwtjesmos (Hypnum cupressiforme) is een slaapmos, dat voorkomt op droge plaatsen op de bodem, evenals op schors, hout en steen. Het is een min of meer kruipend mos.

Het Fijn Laddermos (Kindbergia praelongia) is een zeer algemeen mos dat groeit in bossen, wegranden en struwelen, op takken en vochtige bodems, kalkrijke stenen en muren.

Het Neptunusmos (Lepidozia reptans) is een mos dat vooral voorkomt in oudere en vooral luchtvochtige bossen. Dat kunnen zowel naald- als loofbossen zijn en de soort groeit dan vaak op steilkanten maar bijvoorbeeld ook langs oude lanen met Beuk. Regelmatig groeit de soort ook op dood hout en aan de voet van bomen, onder meer ook Eik-soorten. Het aantal vondsten in de duinen lijkt toe te nemen met het ouder worden van de duinbossen.

Het Gewoon Kantmos (Lophocolea bidentata) is een algemeen mos dat groeit op grazige terreinen, ook in vochtige gazons en moerassen.

Het Parapluutjesmos (Marchantia polymorpha) is een zeer algemeen levermos, dat voorkomt op potten en in kassen. Het heeft een constant vochtige lucht nodig. Op dit mos groeit soms het zeer zeldzaam Levermostrechterje, een zwammetje.

De Gewone Haarmuts (Orthotrichum affine) is een mos dat groeit op vochtige boomschors, oude muren, daken en basaltblokken.

Het Purper Geweimos (Pseudevernia furfuracea) is een korstmos dat voorkomt op Eiken, vooral vrijstaande bomen of laanbomen; ook op stobben van Grove Den in stuifzandgebieden; soms op houten knuppelbruggen en beschoeingen, aangelegd in vochtige natuurgebieden. Deze soort komt ook terrestrisch voor in duingebieden.

Het Boomsnavelmos (Rhynchostegium confertum) is een algemeen mos dat groeit op boomstammen, struiken, stenen en vochtige muren. De plant hecht zich sterk vast met rhizoïden.

Het Gewoon Haakmos (Rhytidiadelphus squarrosus) is een zeer algemeen bladmos. Het komt zeer vaak voor in gazons en wordt daarom ook Gazonhaakmos genoemd. Het is goed te herkennen aan de oranje stengel.

Het Klein Duinsterretje (Syntrichia ruralis var. Calcicola) is een mos dat vooral voorkomt in het binnenland, maar ook wel in de duinen. Het groeit op bomen zoals Eik-soorten, basenrijke rotsen, muren en daken.

Het Gewoon Muursterretje (Tortula muralis), ook Muurmos genoemd, is een bladmos dat voorkomt op muren en stenen. Het is een algemene mossoort die dikke moskussens vormt.

Home


- Dossier -

Stadsnatuur


- Deel 2 -

De soortendiversiteit in de stad

- Mossen -

Terug naar de startpagina van dit dossier