NATUURLEXICON




De naam “wormen” is een verzamelterm voor verschillende soorten wormen. Platwormen zijn afgeplatte, ongesegmenteerde wormen waarbij er 3 groepen te onderscheiden zijn: de trilhaarwormen, de zuigwormen en de lintwormen. Trilhaarwormen vormen de primitiefste klasse van de platwormen. Het zijn kleine vrijlevende dieren met een afgeplat lichaam, die voorkomen in de zee en in zoet water, soms ook in plassen. Zuigwormen zijn uitsluitend parasitair levende platwormen, die slechts enkele millimeter groot worden. Zij leven op of in het lichaam van gewervelde dieren. Lintwormen leven enkel als darmparasieten van gewervelden.

Draadwormen of aaltjes komen talrijk voor in de bodem. Ze kunnen zich ook tijdelijk tegen uitdroging beschermen, maar het zijn waterdiertjes. Ze komen voor in bodemporiën die gevuld zijn met water. Ze voeden zich met bacteriën, algen en ééncelligen. Sommige soorten jagen op andere aaltjes. Ze komen het meest voor in bodems met veel vers dood organisch materiaal. Ze hebben een gunstige invloed op bodembacteriën. Draadwormen worden gegeten door springstaarten en mijten.

We onderscheiden verder nog de raderdiertjes, de paardenhaarwormen, de haakwormen, de priopuliden en de ringwormen. Bij de ringwormen worden de mariene borstelwormen, de sterwormen, de spuitwormen, de bloedzuigers en de regenwormen onderscheiden. Bij de bloedzuigers is de Medicinale Bloedzuiger de bekendste vertegenwoordiger in onze streken. Regenwormen zijn van uitzonderlijk belang voor de bodemstructuur en de vruchtbaarheid.


De soorten

De Lichtrode Aardworm (Allolobophora calliginosa)  is een zeer algemene ringworm die lijkt op de Regenworm.

De Kleine Vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) is een lintworm die de Vos als eindgastheer heeft en een knaagdier als tussengastheer. De eitjes van deze lintworm verlaten het lichaam van de Vos via diens uitwerpselen en komen zo vrij in het milieu. Ze kunnen vervolgens door andere dieren, zoals knaagdieren worden opgenomen samen met de planten die ze eten. In bepaalde organen, zoals de lever, zullen deze larven zich ontwikkelen tot een zogenaamde blaasworm.

De Vierkante Worm (Eiseniella tetrahydra) is een bruine ringworm. Het is de enige in het water levende verwant van de Regenworm. Hij leeft in zoet water, vooral aan oevers van meren en rivieren.

De Medicinale Bloedzuiger (Hirudo medicinalis) komt voor in dichtbegroeide stilstaande wateren. Het is de grootste inheemse bloedzuigersoort. Dit dier zuigt bloed bij zoogdieren. Hij zuigt zich in korte tijd vol bloed en kan van die voorraad een jaar leven. De wonde bloedt lange tijd na, door een stollingsremmende stof die het dier afscheidt.

De Regenworm (Lumbricus terrestris), ook Gewone Aardworm genoemd, is een zeer bekende,  roodbruin gekleurde ringworm. Hij komt overdag regelmatig aan de oppervlakte. Regenwormen zijn tweeslachtig; zij bevruchten elkaar en leggen eitjes. Deze eitjes worden in een cocon gelegd, die gevormd wordt door het clitellum. Regenwormen zorgen voor lucht in de bodem. De meeste Regenwormen komen voor in losse en vochtige bodems. Zonder de Regenworm zouden veel planten niet kunnen groeien en waren er veel minder diersoorten in de stad te vinden. Bovendien eet hij dode bladeren, bloemen en andere rottende dingen in de bodem op en verwerkt dit tot gezonde, vruchtbare aarde. Hij trekt plantaardig materiaal in de gangen, zet dit om en brengt mineralen naar de oppervlakte. De uitwerpselen van deze diertjes zijn aangerijkt met leem, klei, calcium, kalium en fosfor. Regenwormen worden onder meer gegeten door loopkevers, duizendpoten, reptielen, meeuwen, lijsters, Roeken, weidevogels, Mollen, Dassen, Egels en spitsmuizen. Als een Regenworm een Mol voelt naderen, dan vlucht hij naar de oppervlakte, waar een Merel hem staat op te wachten. Ook meeuwen ziet men vaak trappelend op een grasveldje staan om een naderende Mol te imiteren, zodat hij kan worden gegrepen aan de oppervlakte. Regenwormen verzetten een enorme hoeveelheid materiaal en zijn dan ook zeer gevoelig voor milieugevaarlijke stoffen. Een aantal chemische bestrijdingsmiddelen zijn rechtstreeks dodelijk voor Regenwormen.

De haakworm Macracanthorhynchus hirudinaceus kan via de gewone Meikever worden overgedragen op Wilde Zwijnen, wanneer deze laatste de larven van de Meikever eet.


Home


- Dossier -

Stadsnatuur


- Deel 2 -

De soortendiversiteit in de stad

- Wormen -

Terug naar de startpagina van dit dossier