NATUURLEXICON


Stormmeeuw

Larus canus


De Stormmeeuw Larus canus lijkt een verkleinde versie van de Zilvermeeuw Larus argentatus, maar heeft een dunnere groengele snavel zonder rode snavelpunt en kortere, groengele poten.

Hij meet tot 41 cm en blijft dus kleiner dan de Zilvermeeuw. In de zomer heeft hij een witte kop. In de winter heeft hij grijsbruine strepen op de kop. Hij heeft zwart-witte vleugelpunten.   

Deze tamelijk zeldzame vogel broedt soms solitair, maar meestal in kolonies aan de zeekusten en soms ook landinwaarts. Hij broedt vooral in Noord-Europa, met een zwaartepunt rond de Oostzee.

Hij is in onze streken in aantal toegenomen en komt ’s winters ook meer dan vroeger in het binnenland voor.

Zijn voedsel bestaat aan zee met schaaldieren, zeepieren, zeesterren en weekdieren. In het binnenland voedt hij zich met insecten, wormen en zaden en ook kleine zoogdieren en jongen en eieren van andere vogels.   

In Vlaanderen is het vooral een talrijke overwinteraar, maar een schaarse broedvogel. Hij trekt meestal niet zuidelijker dan de Noordzee.

Home