NATUURLEXICON


Tetanus


Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani, die meestal in aarde en straatvuil voorkomt. Deze bacterie komt normaal voor in de darmen van allerlei planteneters zonder dat ze hinder veroorzaakt. De bacterie plant zich voort door de vorming van sporen die zich via de uitwerpselen van deze dieren in de omgeving kunnen verspreiden.

Bij een verwonding kan de bacterie in het lichaam komen en zich daar gaan vermenigvuldigen. De bacterie zelf is niet gevaarlijk voor de mens, maar wel een gifstof (toxine) die ze afscheidt. Deze gifstof blokkeert de werking van bepaalde zenuwen. De bacterie kan ook worden overgedragen via een beet van een dier dat al geïnfecteerd was. De symptomen van deze ziekte zijn in het begin spierstijfheid, vaak in de kaken. Maar later worden de klachten steeds erger en ontstaan er erge spierkrampen. Uiteindelijk kan het zo zijn dat de hart- en/of longspieren verkrampen en tot de dood leiden. Dit kan binnen 6 weken gebeuren. Ook met behandeling is de kans op overlijden nog steeds erg groot (ongeveer 50%). In Vlaanderen worden vooral kinderen daarom ingeënt.

Door dat inentingsprogramma is tetanus een zeldzame ziekte geworden. De inenting geeft een bescherming van 15 jaar, en de eerste inenting krijg je als je 9 bent, dus vanaf dat u 24 bent zou het kunnen dat u de ziekte oploopt bij bijvoorbeeld een beet van een straathondje. Als dat het geval is krijgt u vaak wel in het ziekenhuis gelijk een tetanusprik zodat u de ziekte niet krijgt. Preventief kan men voorzichtig zijn met straatvuil en het aaien van honden, katten of andere dieren op straat, dit om te voorkomen dat er een overdracht van de bacterie plaatsvindt. 

Home