NATUURLEXICON


Timmerbok

Acanthocinus aedilis


De Timmerbok Acanthocinus aedilis is van maart tot mei te zien op dennenstammen, dennenstronken of onder de schors van nog staande dode of kwijnende dennen. Deze kever is op de dennen goed gecamoufleerd. Hij wordt tot 2 cm groot. Het vrouwtje heeft een stomp eindigende legboor. De sprieten zijn anderhalf keer zo lang als het lichaam. Het mannetje heeft sprieten die 5 keer zo lang zijn als het lichaam.

De dekschilden zijn voorzien van een onduidelijke vlekkentekening.

In het voorjaar legt het vrouwtje 40 eitjes met behulp van de legboor in de dennenschors in een kuiltje, dat ze vooraf met de kaken heeft uitgeknabbeld. De larven ontwikkelen zich in één jaar vooral in dennenstobben en in liggend dennenhout onder de schors en vreten daarin een grillig gevormd gangenstelsel. De verpopping vindt plaats in de schors of in een door het vrouwtje gemaakte “wieg”. De kever komt in de herfst uit en overwintert in de wieg.   

Home