NATUURLEXICON


Tronkenbij  

Heriades truncorum


De Tronkenbij Heriades truncorum is een zeer algemene bij die voorkomt op overgangen tussen bos en open land, in landschappen met houtwallen, houten schuren, hekken of oude weidepalen en in stedelijke gebieden. De soort is vaak rond gebouwen te vinden.

Het is een oligolectische soort.

De enkele planten die ze verkiest voor stuifmeel en nectar zijn composieten, namelijk Boerenwormkruid Tanacetum vulgare, Kamille-soorten Matricaria species, Madeliefje Bellis perennis, Engelse Alant Inula brittanica, Donderkruid Inula conizae, Bezemkruiskruid Senecio inaequidens, Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris, Gewone Margriet Leucanthemum vulgare, Wilde Cichorei Cichorium intybus, Klein Streepzaad Crepis capillaris, Heelblaadjes Pulicaria dysenterica of Gewoon Duizendblad Achillea millefolium. Ook de tuinplant Astilbe japonica wordt bezocht door deze bij.

Deze bij heeft een typische manier van stuifmeel verzamelen. Door met het achterlijf de plant te bekloppen, verzamelt ze stuifmeel tussen de verzamelharen van de buikschuier.  

Het vrouwtje heeft een helder oranje buikschuier. Het achterlijf is voorzien van smalle, witte haarbanden over de achterranden van de tergieten.

Het mannetje heeft een knuppelvormig achterlijf met een neergebogen uiteinde.

De lichaamslengte varieert tussen 5 en 7 mm.

De bij nestelt in oude kevergangen in dood hout, vaak in de afgeknotte delen van een boom. Hiernaast worden vaak ook holle stengels (Riet, Braam, Bamboe) en rietdaken als nestplaats gekozen.

Deze bij maakt in stedelijke gebieden graag gebruik van nestblokken. Holten in deze kunstmatige nesten hebben bij voorkeur een diameter van 3 à 4 mm. De broedcellen worden gescheiden door dunne tussenschotten van hars. Ook de broedgangen worden afgesloten door een wandje van hars, dat nog eens wordt gemengd met steentjes en houtsplinters. Het hars wordt verzameld op naaldbomen (zoals Douglasspar), boomwonden of van knopschubben. De aanwezigheid van naaldbomen in de omgeving van het nest van deze bij is gunstig, gelet op het gebruik van hars door deze bij.

De bij vliegt in één generatie van half mei tot eind september. De soort overwintert als prepop in een cocon.

De Tronkenbij is één van de gastheerbijen voor de Gewone Tubebij Stelis breviuscula (koekoeksbij).

De Kleine Knotswesp Sapygina decemguttata parasiteert bij deze bij.

Een bekende parasiet is ook de Gewone Goudwesp Chrysis ignita

Home