NATUURLEXICON


Varroamijt

Varroa destructor


De Varroamijt Varroa destructor is een spinachtige die wereldwijd miljoenen slachtoffers onder de bijen maakt. Het is een parasiet, die oorspronkelijk afkomstig is uit Oost-Azië. Lange tijd hielden de soorten (bijen en parasieten) elkaar mooi in evenwicht in het oorspronkelijk verspreidingsgebied. In 1984 dook deze mijt op in Europa. De Europese bijen blijken evenwel geen weerstand te hebben tegen de parasiet.

De volwassen vrouwelijke mijt is roodachtig bruin van kleur. Het mannetje is wit. De mijt is valk en heeft een knopvorm. Deze mijt is 1 tot 1,8 mm lang, 1,5 tot 2 mm breed en heeft acht poten.

De mijt veroorzaakt vooral schade bij Honingbijen Apis mellifera door het zuigen van lichaamssappen van larven, poppen en imago’s. De ziekte veroorzaakt door de mijt wordt varroose genoemd.

Deze mijt is ook een overbrenger van een aantal virussen, waaronder APV (Acute Paralyse Virus) en DWV (Deformed Wing Virus).

De mijt dringt de broedcel van de larven binnen. De mijt doodt de bij niet, maar verzwakt ze. Haar vleugels vervormen, waardoor ze niet goed kan vliegen en niet genoeg nectar kan opnemen. Ook zijn de klieren voor het voeden van de larven onderontwikkeld. Bij de mannetjesbijen wordt de spermavorming verstoord.

De gevolgen van de sterfte onder de bijen zijn zeer ernstig voor de landbouw. Vooral de fruitkweek heeft erg te lijden onder een grote sterfte van de bijen. Maar ook andere factoren zoals het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen draagt bij tot een vermindering van het aantal bijen.

Er kan een overdracht gebeuren van virussen van Honingbijen naar hommels via de bloemen die zowel door Honingbijen als de hommels worden bezocht. Vooral de koninginnen blijken bij hommels gevoelig te zijn voor het DWV-virus, die zorgt voor defecte vleugels.

Het APV-virus veroorzaakt een verlamming van de vliegspieren, zodat aangetaste bijen of hommels niet meer kunnen vliegen.    

De roofmijt Stratiolaelaps scimitus is een natuurlijke vijand van de Varroamijt en richt zich alleen op de bestrijding van de mijten en niet op de bijen. De roofmijt steekt de Varroamijt met de snuit. Hierdoor wordt er gif toegediend waardoor de Varroamijt sterft. Zodra de Varroamijt dood is, zuigt de roofmijt lichaamssappen uit de mijt, waarna ze op zoek gaat naar een nieuwe prooi. Deze roofmijt behoort tot de bodemroofmijten. Bijenkasten dienen daarom in rechtstreeks contact te staan met de bodem onder de kast door middel van een open kastbodem (met onderbak). De roofmijt heeft ook geen negatieve invloed op de honing of de was in het bijennest. De soort wordt ook in de groenteteelt ingezet ter bestrijding van springstaarten en poppen van tripsen.  

Home