NATUURLEXICON


Vroege Muurwesp

Ancistrocerus nigricornis


De Vroege Muurwesp Ancistrocerus nigricornis is een wesp met een lengte van 7,5 tot 13 mm. De wesp is zwart met gele vlekken op de kop, de rugschilden en de vleugelschubben. Alle rugplaten hebben een gele band. De voorste band is aan beide zijden rechthoekig verlengd. De schenen zijn heldergeel.

Deze vrij algemene wesp komt reeds vanaf begin maart tot in juni voor in verschillende biotopen zoals tuinen en parken. Het vrouwtje overwintert namelijk als imago, meestal in stengels. Andere bij ons voorkomende muurwesp-soorten moeten eerst nog verpoppen en zijn meestal pas vanaf half april te zien.

De wesp is vaak te zien op Sporkehout Rhamnus frangula.

Een favoriete drinkplek van deze wesp is de extraflorale nectar van jonge bladeren (bijvoorbeeld van Laurierkers) en de nectar van bloemen (Wilde Reseda, Guldenroede).

Het vrouwtje is al in de vorige zomer bevrucht en legt de eitjes in het voorjaar. Het mannetje sterft voordat de winter aanbreekt.

De wesp maakt een nest in dood hout en stengels, soms ook tussen stenen.

De prooien bestaan uit kleine nachtvlinders (bladrollers).

De Gekroonde Vuurgoudwesp Chrysis terminata treedt op als broedparasiet bij deze wesp.   

Home