NATUURLEXICON


Waterspreeuw

Cinclus cinclus  


De Waterspreeuw Cinclus cinclus is een vogel met een lengte tot 18 cm. Zijn houding lijkt op die van de Winterkoning Troglodytes troglodytes, maar hij is veel groter. De vogel is bruinzwart en heeft een witte keel en bovenborst. De onderborst is roestbruin. De jongen zijn minder contrastrijk. De zang is afwisselend zacht en hard tsjilpen met trillende, fluitende en krassende geluiden.

Zijn voedsel bestaat uit waterinsecten, insectenlarven, vlokreeftjes, kikkervisjes, kleine visjes, wormen en slakken. Hij bewoont de omgeving van snelstromende beken en stuwen.

De Waterspreeuw kan onder water op de bedding van een stromende beek lopen. Hij gebruikt de vleugels als roeiriemen onder water. De vogel gebruikt het zogenaamde “knipvlies” om onder water te kunnen kijken. Dit vlies beschermt de ogen onder water zonder de vogel blind te maken. In tegenstelling tot de normale oogleden gaat dit vlies van binnen naar buiten dicht. Ook katten, haaien en krokodillen hebben een dergelijk vlies.  

Het zeer dichte verenkleed wordt heel regelmatig ingevet met een waterafstotend afscheidingsproduct uit de stuitklier. Hij heeft bovendien een beweegbare klep boven de neusgaten.

Hij zoekt tegen de stroom in naar prooien. Hij kan zowel op als onder water duiken en zwemmen.

Zijn nest is koepelvormig en wordt bekleed met mos, gras en dorre bladeren. Het bevindt zich meestal dicht bij diep, stromend water. De 5 eieren komen na 15 tot 18 dagen uit. Na circa 3 weken vliegen de jongen uit.

In Vlaanderen is dit een schaarse broedvogel.  Watervervuiling, het kappen van oeverbegroeiing, erosie en verstoring door allerhande toeristische activiteiten kunnen de Waterspreeuw als broedvogel snel uit een bepaald gebied doen verdwijnen.

Home