NATUURLEXICON


Waterviolier

Hottonia palustris  


De Waterviolier Hottonia palustris is een achteruitgaande waterplant die als een zwevende plant groeit in sloten en poelen met ondiep, zoet, ongeveer neutraal en voedselarm water. In stilstaand water zal men de plant vooral aantreffen op kwelplaatsen.

De plant ontbreekt in brak water en op hogergelegen zandgronden, in duinen en op zeeklei. De soort komt meestal voor in laagveengebieden. De soort verdraagt schaduw.

De Waterviolier heeft veel koolstofdioxide nodig voor de fotosynthese. In neutraal, stilstaand water komt er weinig koolstofdioxide voor, behalve op kwelplaatsen. Daarom is deze plant een goede indicatorsoort voor deze kwelgebieden. In stromend water komt er op zich voldoende koolstofdioxide. Het is een van de belangrijkste zuurstofproducerende waterplanten.  

De plant bloeit in mei en juni met tere, bleekpaarse of geelachtig witte bloemen met een donkergele keel die in trossen of bundels van meestal 6 bloemen staan. De bloemen bevatten zowel korte als lange meeldraden (heterostylie). De langste meeldraden zijn het talrijkst.

De bloemen produceren stuifmeel en nectar. Vliegen zorgen voor een kruisbestuiving, al kan er ook zelfbestuiving optreden.

De stengel is lichtgroen, behaard en aan de top vertakt. Elke plant heeft verschillende bloeistengels, die tot 60 cm hoog kunnen worden.  

De veerdelige bladeren staan in een rozet. De vruchten zijn doosvruchten. Deze buigen omlaag zodat de zaadjes in het water terechtkomen. De vruchten en zaden drijven.

De steel van de plant rot na het rijpen van de vruchten weg, zodat deze vruchten van de plant kunnen wegdrijven. Bij het droogvallen van de groeiplaatsen ontwikkelt de plant naast ondergedoken bladeren ook luchtbladeren. Wanneer de plant groeit in diep water, dan bloeit de plant zelfs onder water. De ondergedoken bloemen blijven dan dicht en het is vooral hier dat er zelfbestuiving zal optreden.

Waterviolier overleeft invriezing in het ijs.

Vissen zetten vaak hun eitjes af op deze plant.

Home