NATUURLEXICON


Wespendief

Pernis apivorus


De Wespendief Pernis apivorus is een dagroofvogel met een lengte van 50 tot 57 cm.

Deze vogel heeft een smalle kop en een paar brede dwarsbanden op de lange staart. Aan de staartpunt is er een bredere band. Hij heeft smallere vleugels dan de Buizerd Buteo buteo en een slank lichaam.

Hij bewoont vooral bossen. Hij vertoont een voorkeur voor grotere (meer dan 250 ha), oudere bossen (minstens 40 jaar oud) op zandgrond. Hij heeft een voorkeur voor sparren om een nest in te bouwen.

Deze roofvogel voedt zich met larven, poppen en volwassen exemplaren van vooral wespen, maar ook bijen en hommels, en ook in mindere mate met andere insecten, regenwormen, reptielen, kikkers en jonge vogels (vooral kuikens van Houtduif). De vogel graaft met de klauwen de aardnesten van bijen, hommels en wespen uit op zoek naar de broedraten.

Bij het foerageren loopt hij; hij huppelt niet.

Het nest bevindt zich vaak in hoge bomen. Soms gebruikt deze vogel verlaten nesten van andere roofvogels.

De rand van het nest is bekleed met groene twijgen. In mei-juni legt het vrouwtje 2 eieren. Beide ouders wisselen bij het broeden en voederen. Bij ons is deze vogel een schaarse broedvogel. Het aantal broedparen blijkt wel toe te nemen.  

De Wespendief overwintert in Afrika. Het is bij ons een zomergast, te zien van mei tot oktober. Vaak trekken de Wespendieven in groep naar hun overwinteringsgebieden.

Het broedresultaat van deze vogel wordt vooral bepaald door de hoeveelheid gevonden nesten van de prooidieren en dit zijn vooral wespen.

Zo zal een koud en nat voorjaar weinig wespen voortbrengen en dus een slecht broedresultaat bij de Wespendief. Dan slaat hij wel meer andere prooien.

Meer bossen en oudere bossen zijn gunstig voor deze prachtige roofvogels. Deze vogel is actief in een gebied van ongeveer 1400 ha rond het nest.

  

Home