NATUURLEXICON


Wilde Kamperfoelie

Lonicera peryclymenum


De Wilde Kamperfoelie Lonicera peryclymenum is een algemeen voorkomende plant in licht beschaduwde bossen en hagen en in de duinen. Ze mijdt zware grond en klei.

De wit-gele bloemen bloeien van juni tot oktober en verspreiden vooral ’s avonds en ’s nachts een aangename sterke geur. Ze bevatten veel nectar en worden overdag door hommels en bijen en ’s avonds vooral door pijlstaartvlinders bezocht.

De bladeren zijn eivormig. Deze plant klimt al windend in bomen en doorheen andere struiken.  

Vooral ’s avonds verspreiden de bloemen een sterke, zoete geur. Ze trekken insecten aan met een lange roltong, die vaak voor de bloem blijven zweven.  

De Glasvleugelpijlstaart Hemaris fuciformis (vlinder) leeft als rups van de bladeren, maar helpt ook met de bestuiving van de plant.

Het is ook één van de waardplanten van de Kleine IJsvogelvlinder Limenitis camilla.

De zaden worden verspreid door zangvogels die de rode bessen eten.

De bessen kunnen worden verward met aalbessen; ze zijn niet eetbaar maar zijn niet zo toxisch als men denkt. Het is toch raadzaam om voorzichtig te zijn. Ook de bladeren zijn matig giftig.  

Na het eten van 30 bessen van deze soort kunnen er bij de mens vergiftigingsverschijnselen optreden zoals braken, buikkrampen, bloederige buikloop, rood gezicht, koorts, hartstoornissen, slaperigheid en verzwakte ademhaling.  

Home