NATUURLEXICON


Wulp

Numenius arquata


De Wulp Numenius arquata is een vogel met een grootte tot 55 cm. De vogel heeft een witte stuit en een lange neergebogen snavel. De vogel heeft een zeer goede gemarmerd bruine schutkleur. Met deze snavel kan de vogel diep in de grond of de modder boren naar prooien.  

De snavel meet gemiddeld 9 tot 15cm en is bij het vrouwtje doorgaans 3 cm langer dan bij het mannetje.

De poten zijn lang en loodgrijs gekleurd. De vogel bewoont in de regel veengebieden, heidevelden, vochtige graslanden en duinpannen en kwam in Vlaanderen lange tijd vooral in het kustgebied voor.

In de tweede helft van de vorige eeuw daalden de populaties in de (normale) habitats (heide-, hoogveen- en duingebieden) sterk in aantal onder meer als gevolg van de verdroging en verzuring van heidegebieden, terwijl de populaties in de agrarische cultuurlandschappen toenamen.

Reeds vroeg in het voorjaar worden de broedgebieden opgezocht. De mannetjes markeren met een melodieuze, droevig klinkende baltszang een territorium. Deze zang eindigt vlak voor de landing met een triller.

In april-mei legt het vrouwtje 4 eieren in een nestkuil. Beide ouders broeden en verzorgen de nestjongen.

De Wulp overwintert in het Middellandse Zeegebied en Afrika. In Vlaanderen zijn er een klein aantal broedvogels; er zijn wel talrijke doortrekkers en overwinteraars.   

Intensief gebruik van grasland en een verhoogde predatiedruk door onder meer de Vos Vulpes vulpes vormen voor deze soort een bedreiging.

Een omrastering van 10 m op 10 m met stroomdraad omheen het nest kan het probleem van predatie oplossen, althans voor wat het uitkomen van de eieren betreft. De sterfte van de jongen is behalve aan predatie ook te wijten aan andere factoren, ondermeer een gebrek aan voedsel in het (agrarische) leefgebied.

Op graslanden met weinig kruidachtige planten (zoals de gekende uniforme raaigrasakkers) leven maar weinig bovengrondse ongewervelden, die essentieel zijn als voedsel voor de kuikens. Er moet ook voldoende beschutting aanwezig zijn tegen predatoren. De volwassen Wulpen voeden zich met verschillende soorten wormen en kleine kreeftachtigen. Ook kleine krabjes worden gegeten.

Er treedt vaak verdroging van doordat er grondwater wordt opgepompt voor de landbouw of om tuinen te sproeien. Het uitdiepen van sloten doet ook de watertafel zakken. Weidevogels krijgen in droge jaren hun snavel nog amper in de grond om voedsel te zoeken. De grondwaterstand zou moeten worden verhoogd door middel van waterretentie en vertraagde waterafvoer.

Ten behoeve van de Wulp zouden er dringend beschermde weidevogelgebieden moeten worden gecreëerd.   

Home